Ik heb het licht gezien, doe het uit

koen trollekelder

Ik sta met een groepje mensen op een donker en nat Sint-Baafsplein. Lantaarnpalen verlichten de slagregen. Ik ben doorweekt. Paraplu’s behoren tot een wereld van een goede voorbereiding. Ik kom vaak in cafés tot de ontdekking dat er vijf AAA-batterijen en dubbele Panini stickers in mijn broekzak zitten, terwijl gsm, portefeuille en waardigheid nog thuis liggen. Gelukkig houdt de regen af en toe op omdat er soms per ongeluk paraplu’s van anderen boven mijn hoofd komen zweven.

We beginnen aan een nachtwandeling langs de donkerste plekken van Gent. Het donkere aspect spreekt me aan en bovendien klinkt een nachtwandeling spannend, alsof de weg wordt geleid door iemand die ondertussen griezelverhalen vertelt terwijl hij een flikkerende zaklamp voor zijn gezicht houdt. Weliswaar griezelverhalen over verlichte winkeletalages, maar toch.

We vertrekken met de groep naar een cafékelder. Tot mijn teleurstelling brandt er gewoon licht, en legt de gids iets uit over een Romeinse muur. Geen kwaad woord over de Romeinen, maar zolang het niet over in brand gestoken gekruisigden bij wijze van straatverlichting gaat, zie ik geen verband met de nachtwandeling van deze avond. Als de gids daarna twijfelend vraagt: ‘Is dit een beetje wat jullie verwachtten?’, vermoed ik dat er enige onduidelijkheid bestaat over deze wandeling.

De tocht brengt ons langs historische hoogtepunten, die in principe niets met de nacht te maken hebben. Op een gegeven moment wijst de gids op een aantal kraagstenen: ‘Ze zijn prachtig gebeeldhouwd. Ja, dat kan je nu niet zo goed zien.’ ‘Jammer dat het zo donker is?’ vraag ik verbijsterd. ‘Wat betreft die kraagstenen,’ zegt iemand. ‘Ik ben van de stad en we gaan daar binnenkort een hele mooie spot op richten.’

Als later iemand anders me uitlegt dat zijn paraplu van een bedrijf is dat LED-displays maakt, krijg ik helemaal het gevoel dat het stiekem de wandeling ‘NEON LICHT IS SUPER VET!’ is. Op onze laatste halte gaan heel even de lichten op het Gravensteen uit. Ik kijk naar de indrukwekkende donkere burcht en vraag me af waarom het niet zo kan blijven. Ik heb het licht gezien. Ik wil het uit.

In dit artikel: , , café