Schol, Hans en Bert!

Hans en Bert, de kabouters.

‘Schol’. Daar moest de column mee beginnen. Het woordje leek echter meer en meer op de spreekwoordelijke nagel aan mijn creatieve doodskist. Een maand of twee geleden had ik mezelf opgedrongen als columnist en de lieve mensen van de Trollekelder trapten er met open ogen in.

Ik had in het verleden ook wel al eens een column geschreven, maar eigenlijk was er nooit ook maar enige grens van toelaatbaarheid bij betrokken. Vandaar dat ik me nog al heb verkeken op de leuze “Je bent volledig vrij in wat je schrijft”, die te pas en te onpas in m’n mailbox verscheen. Ik zocht naarstig naar een column die begon met het woord ‘schol’, maar moedeloos kroop ik onder mijn bureau om een inspiratiedutje te doen aangezien de column de volgende morgen verstuurd moest worden.

Ik had m’n ogen nog maar net gesloten of ik was al verdronken in de gitzwarte zee van de inspiratie. Plotseling werd ik wakker. Boven mijn hoofd hoorde twee stemmetjes giechelen, puffen en overleggen. Ik schoof m’n stoel naar achter en keek schuin omhoog richting mijn toetsenbord.

“Hallo vriend!”, sprak een kabouter. “Ik ben Hans en dit is Bert!” “Euhm, hallo”, stamelde ik ontdaan. “We komen je column schrijven omdat je helemaal geen tijd en inspiratie hebt.”

Ik nam plaats op de stoel terwijl de kabouters olijk van letter naar letter sprongen en plezier hadden voor minstens 4,5 kabouters, tot dat ze het aantal benodigde woorden behaald hadden. “Kan ik jullie misschien iets te drinken aanbieden?”, vroeg ik heel dankbaar. “Oo, nee”, zei Hans. “We drinken nooit niets. Nog geen halve puntmuts.”

Ik noteerde hun auteursrechtelijke gegevens en vertelde dat ze vermeld zouden worden bij de column. Nadat ik ze de deur uitgebonjourd had, ben ik precies die gegevens heel kinderachtig kwijt geraakt. Schol! Op Hans en Bert.

In dit artikel: , , , , , café